Mijn naam
is Jim van Leersum Jr., ik ben 31 jaar oud, getrouwd met Karina en sinds 11
mei 2007 de trotse vader van Lieselotte. Hoewel
muziek mijn belangrijkste hobby is, heb ik ervoor gekozen om er niet mijn vak
van te maken. Na enkele “studie-omzwervingen” heb ik uiteindelijk
Bedrijfseconomie gestudeerd. In eerste instantie aan de HES in Amsterdam,
daarna in deeltijd aan de Universiteit van Amsterdam. In het
dagelijks leven werk ik als Project Controller bij
ProRail. |
Wie ben ik? |
Maar nu
terug naar de muziek. Als jongetje van 7 wilde ik net als mijn vader en
zussen muziek gaan maken. Mijn vader, die tevens voorzitter was van
muziekvereniging Hosanna vond dit natuurlijk uitstekend en al gauw had ik
trommelles. Aangezien ik het geluid dat ik zelf op die trommel produceerde,
niet te harden vond besloot ik na een maand er de brui aan te geven. Mijn tweede poging was op trompet, aangezien mijn vader
en zus ook trompet speelden. Dat ding heb ik echter zelden of nooit
aangeraakt (althans, op dat moment). Blijkbaar lag muziek mij niet zo? Zoals met veel dingen bleek ook in de muziek drie keer is
scheepsrecht: Mijn oudste zus speelde saxofoon en ik waagde ook een poging.
Fantastisch vond ik het! Eerst nog een tijdje het instrument met mijn zus
gedeeld en later een eigen “toeter”! Na een half jaartje les had ik mijn
A-diploma gehaald en mocht ik meedoen in het jeugdorkest. In vakanties mocht
ik wat later opblijven en mocht ik dus soms meespelen met het “grote” orkest.
De eerste mars die ik daar speelde was “Punjaub”, wat vond ik het moeilijk!!! Tot mijn 16e bleef saxofoon mijn enige instrument. Ik
kreeg les op de muziekschool van o.a. Jacques Landa,
Sander
Beumer en
Frido ter Beek. Op een zeker moment moest ik een nieuw lesboek
aanschaffen, dus ging ik naar de muziekwinkel. Aangezien ik ook gek was van
dixielandmuziek, kwam ik thuis met een klarinet en was ik het lesboek
vergeten. Klarinet was het eerste van een reeks instrumenten dat ik
mezelf heb leren spelen. Maar vanaf dat moment ging het fout: sax en klarinet
bleken niet genoeg voor me te zijn, dus ik leerde mezelf in een paar jaar
tijd alle blaasinstrumenten uit het fanfare-orkest te bespelen. Slagwerk had
ik nog steeds geen ambitie voor! Tegenwoordig speel ik voornamelijk sopraan saxofoon, alt
saxofoon, trompet en sousafoon. Ook rond mijn 16e begon mijn liefde voor het arrangeren
van muziekstukken voor fanfare-orkesten. Op vakantie was mijn vader, toen ook
dirigent van een muziekvereniging, bezig met het uitschrijven van een
arrangement. Aangezien hij tijd te kort kwam, vroeg hij mij of ik hem wilde
helpen. Hij legde me de grondbeginselen van het noten schrijven (toen nog met
de hand!) en het transponeren uit. Prachtig was het! Toen ik 18 was richtte mijn vader het
Reunieorkest
Trompetterkorps der Cavalerie (TdC) op,
speciaal bedoeld voor oud-dienstplichtige muzikanten van het Trompetterkorps
der Cavalerie. Hij vroeg mij bibliothecaris te spelen. Op de eerste repetitie
bleek er tussen de 45 muzikanten slechts één altsaxofonist te zitten en werd
ik gevraagd het gat op te vullen. Vanaf dat moment was ik de 1e altsaxofonist
van dat prachtige orkest. Na verloop van tijd had ik wat arrangementjes
geschreven voor mijn muziekvereniging Hosanna in Amersfoort, waar ze ook
werden gespeeld. Ik stelde voor aan Bep Warnas, chefdirigent van het TdC, om
deze ook te gaan spelen. Met enige twijfels stemde hij er in toe om er eens
eentje uit te proberen. Blijkbaar was hij aangenaam verrast en gaandeweg de
jaren kreeg ik veel tips en aanwijzingen van hem om mijn arrangementen te
verbeteren. Helaas is hij een paar jaar geleden overleden en moet ik het doen
zonder zijn wijze lessen. Inmiddels zijn er al veel van mijn arrangementen uitgevoerd,
hetgeen mij extra motiveert om door te blijven “schrijven”. Op deze site zal
ik in het vervolg al mijn arrangementen publiceren, zodat er mogelijk
meerdere orkesten hiervan gebruik kunnen gaan maken. |